Wat te doen bij een voorkeurshouding?
Om een voorkeurshouding te voorkomen of te verhelpen is het vooral van belang om te variëren in houding en positionering. Adviezen en oefeningen die u hierbij kunnen helpen zijn:
- Voedt uw kindje bij het geven van flesvoeding op zowel de rechter- als de linkerarm. Leg uw kindje ook eens op uw bovenbenen bij het geven van de fles.
- Leg uw kindje bij het verzorgen recht voor u neer.
- Draai uw kindje bij het verschonen en aan- en uitkleden afwisselend op de linker- en rechterzijde zodat u de kleding recht kunt trekken. Til uw kindje niet bij de benen op, dit is minder prettig voor uw kindje en is niet goed voor de ontwikkeling van de heupjes.
- Pak uw kindje bij het oppakken onder de schouders/oksels vast en pak hem/haar vervolgens draaiend op door uw kindje op de zij te rollen voordat u hem/haar oppakt.
- Biedt prikkels als licht, geluid en speeltjes aan de niet-voorkeurskant aan. Plaats speelgoed als een mobile in de box altijd ter hoogte van de buik.
- Leg uw kindje regelmatig op de buik om de nekspieren te trainen. Dit helpt niet alleen om de voorkeurshouding te verhelpen, maar is ook van belang voor de motorische ontwikkeling en om de afplatting te verhelpen of te voorkomen. Wanneer u uw kindje bij u op de borst legt, is het makkelijker voor uw kindje om het hoofd op te tillen. Daarnaast is het voor zowel uw kindje als voor u leuker om op deze manier te oefenen, doordat u goed contact kunt maken met uw kindje.
Wanneer naar de kinderfysiotherapeut?
Wanneer u ziet dat uw kindje een voorkeurshouding blijft houden, ondanks uw pogingen om de voorkeurshouding te verhelpen of wanneer u ziet dat de afplatting verergert, is het van belang om tijdig een afspraak bij een kinderfysiotherapeut te maken. Kinderfysiotherapie is de enige effectieve conservatieve behandeling bij het verhelpen van een voorkeurshouding. Wanneer u te lang wacht met het maken van een afspraak, is het moeilijker om de voorkeurshouding te verhelpen doordat er vaak al meer asymmetrie is ontstaan. Daarnaast kan dan al een afplatting zijn ontstaan, waardoor het opheffen van de voorkeurshouding lastiger is. De kinderfysiotherapeut beoordeelt de motoriek van uw kindje, beoordeelt in welke mate er een voorkeurshouding is en kijkt of hier een lichamelijke oorzaak voor te vinden is. Daarnaast beoordeelt de kinderfysiotherapeut de mate van afplatting van het hoofdje (zie afbeelding) en zal in overleg met u beslissen of een hoofdmeting middels plagiocephalometrie gewenst is om de afplatting beter in beeld te brengen en in de tijd te volgen. Vervolgens neemt de kinderfysiotherapeut houdings- en positioneringsadviezen en oefeningen met u door welke u met uw kindje kunt doen om de voorkeurshouding te verhelpen en een symmetrische motorische ontwikkeling te stimuleren.
Wanneer heeft mijn kind een helmpje nodig?
In de afgelopen jaren is er veel te doen geweest over een helmpje bij baby’s met een afgeplat hoofdje. Inmiddels weten we dat bij veel kindjes de afplatting vanzelf bij zal trekken. Wanneer uw kindje een milde of zelfs ernstige afplatting heeft, is een redressiehelm niet nodig. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat bij deze groep kinderen het natuurlijk beloop dezelfde uitkomsten gaf als een redressiehelm. Alleen wanneer uw kindje een zeer ernstige afplatting heeft, kan een helmpje geïndiceerd zijn. Daarnaast zijn er altijd enkele uitzonderingen waar uw kinderfysiotherapeut u meer over kan vertellen.